Telefoon: 0172 - 52 19 21 E-mail: notarissen@kroesenpartners.nl
John Kroes • 19 oktober
Ik was nog niet op kantoor of een van de telefonistes belde mij, geheel ontdaan. Ze had een zeer opdringerige man aan de lijn die eiste mij te spreken. Nu zijn de lontjes tegenwoordig al zeer kort en er zijn erbij die al snel op de pik getrapt zijn, hoe klein die bij sommigen ook is, dus dacht, laat ik hem maar even te woord staan.
“Of ik mijn mail al had gelezen over zijn oom?” Zijn oom wilde zijn testament wijzigen en hij had het met zijn oom besproken en de tekst van het door oom gewenste testament al ff gemaakt.
Hij was vandaag en morgen nog in de buurt zodat hij met oom morgen langs kon komen om de handtekening te zetten, of ik maar even voor meneer ruimte in mijn (overvolle) agenda wilde maken. Ik hoefde de tekst alleen in te scannen en oom zou wel tekenen. Dus kan wel tussendoor volgens de beste man.
Appeltje eitje zei hij er nog achteraan. Het kostte mij heel wat overredingskracht om de drammer duidelijk te maken dat het zo niet werkt. Ik wilde eerst oom zelf wel even spreken. Nadat hij mij de nodige verwensingen had toegewenst en had gedreigd met een klacht bij de tuchtrechter, had hij er uiteindelijk toch mee ingestemd dat oom op gesprek zou komen en zo geschiedde.
3 weken later zat oom, vergezeld met neeflief in de wachtkamer. Toen ik oom mee wilde nemen naar de spreekkamer maakte de neef direct aanstalten om mee te lopen, immers oom had geen geheimen voor hem en hij had met oom duidelijk besproken wat de bedoeling was. Hij wist mij te vertellen dat oom er juist prijs op zou stellen als hij erbij zou zitten.
Nee dus, ik zette de neef letterlijk en figuurlijk op zijn plaats en wel op een van de stoeltjes in de wachtkamer. Als blikken konden doden was ik ter plekke overleden.
In het gesprek werd al snel duidelijk dat er met de verstandelijke vermogens van oom niets mis was. Een van de taken van de notaris is namelijk ook te beoordelen of de klant nog wilsbekwaam is. Hij had ze nog goed op een rijtje, maar hij had wel wat moeite met de neef. De neef deed weliswaar veel voor hem, dat wil zeggen naarmate oom ouder werd kwam de neef steeds vaker op bezoek en ging zich met steeds meer dingen bemoeien. Zo bleef hij maar zeuren over het wijzigen van het testament. Zou hij dat niet doen dan moest oom het allemaal zelf maar uitzoeken en zou hij hem aan zijn lot overlaten.
Oom wist mij te vertellen dat de neef in het verleden nooit van zich had laten horen maar de laatste jaren zijn reet, om met de woorden van oom te spreken, erin gedraaid had. De neef vond dan ook dat hij de enig erfgenaam moest worden en dat al de andere neven en nichten eruit gewipt moesten worden. Was ook veel makkelijker en eerlijker had de neef nog gezegd.
De angst was bij oom in de ogen te lezen en gelijktijdig ook de vraag om hulp. Hier was duidelijk sprake van ongeoorloofde dwang.
Nou is toneelspelen mij niet helemaal vreemd dus ik besloot samen met oom vooralsnog het spel maar mee te spelen.
Geheel conform de wensen van oom (lees de opdringerige neef) werd een testament opgesteld waar inderdaad de neef als enig erfgenaam werd benoemd. Zo werd het testament door oom ook getekend terwijl de neef wederom in de wachtkamer bleef wachten. Na het tekenen vertrok oom met de opgeluchte neef die mij bedankte voor de zeer geduldige wijze waarop ik een en ander had aangepakt?! Hij moest eens weten….
De neef vertrok weer naar het zuiden des lands waar hij woonde en de volgende ochtend zat ik met oom, om het opgedrongen testament te wijzigen en alle neven en nichten gewoon weer tot erfgenaam te benoemen.
Ik drukte oom op het hart dat zijn geheim bij mij veilig was en dat hij ook niets thuisgestuurd kreeg om te voorkomen dat de neef er lucht van zou krijgen.
Inmiddels liggen de zandzakken klaar voor het geval oom overlijdt. Ik mag rekenen op een stevig gesprek met de neef, waarschijnlijk een hoop verbaal geweld en een rechtszaak waarin hij zou beweren dat oom eigenlijk bij het tweede testament niet meer zou hebben geweten wat hij deed.
Ik ben er klaar voor.
Wie zegt nu nog dat ik een saai beroep heb en o ja, niets, maar dan ook niets lijkt wat het is…….